Hij mag zijn leven lang gratis Omapostkaartjes versturen: Olaus Diebrink (48) uit Peize. De prijs is de buit van een veiling die Diebrink online bijwoonde in maart vorig jaar. Tijd voor een update: hoe is het met hem en de ansichtschrijverij?
Meneer Diebrink, vertel: hoe kwam u bij die veiling terecht?
‘Het was het begin van de eerste lockdown en op een gegeven moment las ik ergens dat er op Spot TV een online veiling werd georganiseerd op een koopavond, om lokale ondernemers te helpen. Alle winkels waren dicht en ik dacht: ach, wat geinig, laat ik dat eens kijken. Er deden allerlei leuke bedrijven mee: Bax Bier, kledingwinkels en dus ook Omapost.’
En toen dacht u: daar moet ik bij zijn.
‘Ik weet nog dat er over elk bedrijf wat werd verteld en natuurlijk ook wat er in de verkoop ging. Ik had nog nooit van Omapost gehoord, maar vond het meteen een heel sympathiek initiatief. En zo vaak stuur ik geen kaartjes meer, dus toen deze aanbieding voorbij kwam heb ik geboden. Ook nog op wat anderen dingen, hoor. Maar zo’n leven lang kaartjes sturen… Geweldig, toch?’
Hoe hoog was uw bod?
‘Maar 75 euro! Ik had verwacht dat iedereen erop zou bieden, dit leek me ook superinteressant voor studenten. Voor mij waren al wel een paar biedingen geweest, maar allemaal lager. Ik had zoiets van: dat is echt te weinig, dus ik ging ook bieden om de boel een beetje aan te jagen.’
Dit klinkt alsof het niet uw eerste veiling was.
‘Nee, dat klopt. Ik ben wel een veilingliefhebber. Ik koop soms kunst, of een stoel of zo voor mijn bedrijf, een administratiekantoor. Of een mooi boek. Tegenwoordig gaat alles online, maar vroeger ging ik ook af en toe naar een veiling toe.’
Heeft u al veel Omapostkaarten verstuurd?
‘Ja, zeker. Ik denk in totaal tussen de honderd en tweehonderd. De opa’s en oma’s zijn elke keer blij verrast als er weer een ansicht op de mat valt. Ik verstuur ze trouwens aan iedereen: ooms, tantes, neefjes, nichtjes, vrienden kennissen. De kaarten gaan het hele land door. Zeker tijdens de heftige coronamaanden was het fijn. Mensen kwamen natuurlijk weinig de deur uit, zeker ouderen. Dan is het toch extra leuk om post te krijgen.’
Was u altijd al een ansichtkaartenstuurder?
‘De laatste jaren eigenlijk niet meer, nee. Vroeger wel, vooral op de traditionele momenten: vakantie, verjaardagen, kerst, dat soort dingen. Maar sinds er zo veel via WhatsApp, sms, e-mail en sociale media wordt gecommuniceerd is dat minder geworden. Jammer wel, want een kaartje is toch persoonlijker.’
Wie waren de gelukkig ontvangers van uw allereerste Omapostkaartje?
‘De opa’s en oma’s van onze twee kinderen. Die hingen ook direct aan de telefoon om te bedanken, heel leuk. Ik was in eerste instantie ook in de veronderstelling dat ik alleen maar kaartjes mocht sturen naar opa’s en oma’s. Dat zal wel door de naam komen.’
Niets bleek minder waar. U mag echt de rest van uw leven iedereen schrijven die u maar wilt. Denkt u ook weleens: da’s wel erg lang?
‘Ha, nee hoor. Al is een leven lang ook wel lastig te overzien. In het begin was ik zeker wat fanatieker, toen voelde het een beetje als nieuw speelgoed, net als wanneer je net een nieuwe iPhone hebt. Het wekelijks kaartjes sturen is er intussen wat vanaf, maar ik kan er nog steeds alleen maar positief over zijn. Als we bij de opa’s en oma’s komen, staan ze daar ook allemaal mooi naast elkaar. Of we horen het van de thuishulp of ander bezoek, die zeggen: oh, kijk, allemaal Omapostkaartjes!’
Schrijven mensen u ook terug?
‘We hebben wel wat kaarten teruggekregen, maar als ik bij wijze van spreken tien ansichten naar een opa en oma stuur, krijg ik er geen tien terug. Het schrijven bevalt mij ook wel goed. Wilt u ook een kaartje?’